Je kunt van een product, een bedrijf of een ding een foto maken. Je kunt er ook een beeldhouwwerk van maken, misschien zelfs een gedicht. Maar geen film.
Film bestaat uit een heleboel (in digitale video 25) beeldjes per seconde. En iemand die naar al die beeldjes kijkt zal ontwikkeling in die beeldjes willen zien. Een verschil tussen het begin, het midden en het eind. Dat is de enige manier waarop een kijker naar al die getoonde beeldjes kan kijken.
Zelfs als je iemand twee foto’s laat zien van een en hetzelfde product, bedrijf of ding zal die iemand op zoek gaan naar verschillen. Worden verschillende aspecten of elementen van hetzelfde object getoond, zijn de foto’s genomen op verschillende momenten in de tijd of wat kan anders de bedoeling van de fotograaf zijn dat ie mij twee gelijkende foto’s vertoont?
Een kijker zal dus altijd als ie naar een film of filmpje kijkt op zoek gaan naar een ontwikkeling, in tijd, in karakter van een hoofdpersoon of anderszins. Daarom is het voor een maker raadzaam om zelf bij het maken van de film al na te denken over een ontwikkeling die hij met zijn film wil laten zien. Om te voorkomen dat de kijker met het materiaal aan de haal gaat en er een volledig onbedoelde interpretatie inlegt.
Hoe maak je nu een film denkend vanuit en op basis van een ontwikkeling?
Daarover volgende keer meer.