De studenten die meedoen aan de door mij opgezette zesdaagse masterclass scenario raad ik o.a. het volgende aan:
Probeer in je verhaal de dramatische momenten niet te vermijden maar juist te omarmen – rek ze zoveel mogelijk op!
Het gaat niet om het zoenen van de ander, maar vooral om de periode daarvoor dat er sprake is verliefdheid maar dat beide geliefden dat zowel voor zichzelf als voor alle anderen niet willen weten.
Het gaat niet om het weggaan of verlaten van een plek maar om de periode dat iemand met handen en voeten aan die plek gebonden is maar zich niet thuis voelt.
Het gaat niet om de ruzies maar om het sluimeren daarvan.
Het gaat niet om de oplossingen maar om het wanhopig zoeken daarnaar.
Het gaat niet om het doel maar om de weg daar naartoe…
Buit die momenten uit. Het is net als met de drie-acten structuur. Na de climax in de derde acte ben je eigenlijk klaar. Het gaat vooral om het toewerken naar die climax in de tweede acte en het voorbereiden daarvan in de eerste acte. Zo werkt het ook met dramatische ontwikkelingen, na de eerste klap, de eerste vlucht, de eerste zoen, zijn die klaar. Niet het aangaan of uitmaken van een relatie is dramatisch interessant maar alles wat daar tussenin gebeurt.
Gek is dat niet alleen mijn masterclass scenario studenten maar eigenlijk alle schrijvers of schrijvers in spe de neiging hebben om die momenten te vermijden waar het juist om gaat. Zou dat in het echte leven ook zo zijn? Of sla ik nu door?