Toen we in Helsinki het vliegtuig naar Delhi instapten bekroop me opeens een tegelijkertijd opwindend en verontrustend gevoel.
Hier stappen we met twee man en een vrouw het vliegtuig in, met wat afspraken met een drietal crewleden in Nederland en wat vage afspraken met zichzelf per email als crew lid aanbevelende Indiërs. En het is de bedoeling dat we over 7 weken al het vliegtuig in Delhi weer instappen om via Helsinki terug te vliegen naar Amsterdam met voldoende gefilmd materiaal bij ons om daar een bijzondere speelfilm van 30 minuten uit te monteren. Als ik me probeer te bedenken wat er in die tussentijd allemaal gedaan moet worden schiet ik in een vorm van stress. Dus daar houd ik maar gauw mee op.
Fasten your seatbelts.
Vage afspraken.
Als we na een nacht nauwelijks slapen landen, blijkt onze contactpersoon in Delhi aan wie Karin reeds een voorschot van een paar honderd euro via via heeft doen toekomen niet op te komen dagen om ons af te halen. Pas na bijna een uur proberen lukt het ons om hem per telefoon te pakken te krijgen. Hij ligt nog zijn bed. Hij neemt het vrij makkelijk op, eigenlijk wel op zijn Indisch, zou je kunnen zeggen, en wij dus noodgedwongen ook maar. Als hij voorstelt alsnog naar het vliegveld te komen bedanken wij voor de eer en nemen zelf een taxi naar ons hotel in New Delhi.
Vlak voordat ik in slaap val explodeert met een luid klap en een vonkende flits een lamp die boven mijn bed hangt. Als een kamerjongen die het voorval op zijn Indisch makkelijk opneemt de boel heeft opgeruimd kan ik eindelijk een beetje slapen.
Het laatste waar ik aan denk is de verontruste blik van onze inline producer Karin vlak voor de landing. Niet omdat ze vliegangst heeft. Maar omdat we zojuist hadden gekeken naar een vrij eenvoudige Indische film.
En nu al een dikke tien minuten zaten te kijken naar de eindeloze aftiteling daarvan …