Je doet soms gekke dingen, tijdens de productie van deze korte speelfilm in India.
De afgelopen dagen ging het leven hier op de hotel campus wat wij al langzamerhand kunnen noemen ‘zijn gewone gangetje’. Sander perfectioneerde zijn draaiboek en kwam tot 135 shots. Karin en de Indiase Assistent Director, Mukul geheten, werkten met name aan de productie breakdown en aan de planning. Ondertussen werden ook nog de laatste benodigde locaties gezocht en hield de lokale productie zich voornamelijk bezig met het regelen van opnamepermissies voor de reeds vaststaande locaties. De in Delhi gevonden Indiase productieleider Kawal werd min of meer voor straf op het vliegtuig naar Mumbai gezet omdat hij nog bijna helemaal niets geregeld had, zelfs geen filmrollen had besteld zodat er niets anders op zat dan die persoonlijk in Bollywood af te halen. Hij is vanochtend teruggekomen na een reis van 29 uur met de trein, vliegen was te risicovol vanwege de X-ray controles, met 25 filmrollen.
Kortom, allemaal niets bijzonders.
Gisteren hadden we een eerste voltallige Nederlands/Indiase productiemeeting. Hoewel we al over drie dagen, namelijk op woensdag 18 maart, de eerste opnamedag hebben, blijken er nog heel wat gaten en obstakels in de productieplanning te zitten.
Een van die obstakels is de steeds maar stijgende kleding begroting die door onze dressing-dame, Urwashi, gehanteerd wordt. Zij heeft de afgelopen twee dagen 65 van alle gecaste extras en acteurs op het hotelterrein uitgenodigd en hen de maat genomen en hen vooral gevraagd wat ze zelf aan ‘authentieke’ kleding in hun kast hebben hangen. De meeste mannen bleken wel iets passends te hebben en de meeste hindu vrouwen ook. Maar volgens Urwashi had geen van de door haar gesproeken moslim vrouwen ook maar iets van een kledingstuk wat geschikt voor de film zou kunnen zijn. Een film immers die uitgezonden gaat worden door de Nederlandse Hindoestaanse omroep OHM en daarom absoluut een Hindoestaanse look zal moeten hebben.
Volgens Urwashi betekende dat dat zij voor alle door ons gecaste moslim vrouwen speciaal een kledingstuk zou moeten ontwerpen en maken. Hoewel stof hier niet duur is zou dat al met al toch zwaar op de begroting gaan drukken. Daarom werd ik gevraagd, omdat ik de castingoverzichten onder me heb, of ik niet nog eens door alle vrouwen heen kon gaan om waar mogelijk moslimvrouwen te vervangen door hindu-vrouwen.
Met iets van tegenzin, had ik eindelijk alle overzichten klaar, kreeg je dit weer, ging ik aan de slag.
Moslim-moeders verdwenen in de map ‘afgekeurd’ en werden vervangen door de zich in de map ‘reserve’ bevindende hindu-moeders van ongeveer dezelfde leeftijd. En een heel lief moslim meisje dat ik had uitgezocht als het verdrietige zusje van een in de oorlog gesneuvelde jonge soldaat verving ik door een minstens net zo lieftallig hindu-meisje. Mooie ontluikende moslim meisjes werden al even mooie ontluikende hindu-meisjes. Ik had soms het gevoel nog niet begonnen acteercarrières op mijn hete hotelkamer in de prille kiem te smoren.
Na verloop van tijd begon ik er lol in te krijgen. Ik probeerde nu werkelijk voor iedere moslim-dame een geschikte vervangster te vinden. Vol overgave wierp ik mij op mijn plastic mappen met foto’s en namen. Zonder aanzien des persoons en gaandeweg ook zonder medelijden. De tijd vloog voorbij. Uiteindelijk bleef alleen de hoofdpersoon, Jivika, over als eenzame moslima temidden van vele, vele hindu-vrouwen.
Je doet soms gekke dingen.