Er zit een oudere man met verzorgde grijze baard langs de kant van de een van de kleinere zijstraten van Leh.
“Are you Italian?”, vraagt hij mij als ik langs hem loop.
“No.”, zeg ik en blijf even stilstaan.
American?”
“No.”
“Sweden, Germany, France?”
“No, no. no.”
“Poland?”
“Eh…no.”
“Holland?”
“Yes!”
“I thought so.”
Hij haalt een klein schriftje tevoorschijn en slaat dat ergens in het midden open. Hij toont mij de voorliggende bladzijden.
Ik lees.
Het zijn twee in het Nederlands gestelde briefjes.
Beide schrijvers hadden enorme last van hun oren. Suizingen, pus, slecht horen.
Totdat ze deze Indiase man tegenkwamen.
Nu pas zie ik dat op de muur van het pandje achter de man een briefje hangt:
“Ear cleaning champion.”
“Are your ears clean?”, vraagt hij me.
“Yes, I think they are clean.”
“Sure?”
“Eh, Yes.”
“Shall I have a look?”
“No, no, they are clean.”
“I know people who say that their ears are clean and then they appear to be dirty.”
“Ok.”
“I also know people who think they have dirty ears and then I find they are clean.”
“Yes…”
De man haalt een naald met daarop een plukje watten uit zijn borstzakje te voorschijn.
“Shall I have a look?”
“No, no sir. Really, it is not necessary.”
Hij bergt de naald weer op.
“Ok. See you next time?”
“Yes, see you next time.”


Deel dit bericht!

Leave A Comment