De WK finale van 1974 tussen Nederland en West-Duitsland was de eerste wedstrijd die ik – scenarioschrijver en filmmaker Joost Schrickx – na lang aandringen van mijn vader mocht zien. Mijn vader vond voetbal, net als popmuziek en stripboeken, niet cultureel en hij wilde liever niet dat zijn kinderen daarmee in aanraking kwamen.

Ik begreep daar als kind niets van. Wat kon er aan zoiets moois als voetbal nu verkeerd zijn?

Geheel in de lijn van mijn dominante en vaak ook egocentrische vader – van wie ik nu overigens zielsveel houd – volbracht ik na mijn middelbare schooltijd een studie rechten.

Maar ik bleef altijd voelen dat er meer was dan dat. Dat er naast rechten ook plichten bestonden en dat mijn plicht misschien wel was om mijn eigen weg te gaan.

In 1998, ongeveer ten tijde van de veelbesproken wedstrijd Nederland Brazilië tijdens het WK in Frankrijk, maakte ik een switch.

Ik ging de film en televisie wereld in, ik werd scenarioschrijver.

Vele series, korte en middellange speelfilms, korte en lange documentaires en voorlichtingsfilms later, ontbreekt op mijn scenario CV vooral een ding: een lange – gerealiseerde – speelfilm.

Toen Bas van Teylingen mij benaderde met de vraag of ik samen met hem wilde werken aan een scenario dat zich afspeelt in de voetbalwereld en waarin de relatie tussen vader en zoon centraal staat zag ik dit dan ook als een buitenkans. Een buitenkans om mijn scenario CV te completeren. Maar ook een kans om iets te doen met mijn eens verboden vrucht, nu passie, het voetballen.  En de heroïek en schoonheid daarvan in een dramatische vorm te vatten. Maar ook om te werken met iets dat voor mijn hele leven bepalend is geweest, en wat voor talloze mensen veel bepalender is dan zij zelf beseffen: de relatie met de vader.

“Het is een wedstrijd” moet ik in deze fase van mijn carrière, en niet te vergeten in deze fase van mijn leven, gewoon schrijven!

Deel dit bericht!

Leave A Comment