Een avontuurlijke, onthullende documentaire over oorlogsfotograaf Hugo Wilmar, die zich verzet tegen censuur in Nederlands-Indië en tegelijkertijd meewerkt aan gemanipuleerde Disney-producties.
Gebruikmakend van een enorme collectie aan nagelaten foto’s en brieven, daarbij stap voor stap de mysteries ontrafelend die hem omgeven, onthult de documentaire het korte tegelijkertijd avontuurlijke en mysterieuze levensverhaal van de door liefde voor de natuur voortgedreven top-fotograaf en cineast Hugo Wilmar (1923 – 1957). Zo ontstaat tegelijkertijd een demografisch divers fotografisch beeld van het naoorlogse decennium dat op unieke wijze vergeleken kan worden met het beeld van onze huidige tijd. De rode draad door dit alles is de actuele vraag wat echt is en wat niet, wat waarheidsgetrouw is en wat ‘fake’.
Neef Hugo de Wolf reconstrueert het leven van zijn oom en ontdekt dat beeld en werkelijkheid vaak uiteenlopen: daarmee plaats hij de positie van Hugo Wilmar, die regelmatig balanceerde op de vaak dunne scheidslijn tussen nieuws en nep-nieuws, in perspectief.
Wilmar’s nagelaten levensverhaal begint middenin de tweede wereldoorlog. Hij is dan 19 jaar. De Arbeitseinsatz hangt hem boven het hoofd. Hij vlucht regelmatig de natuur in om daar wél mooie en kloppende plaatjes te vinden. En als die plaatjes zich niet snel genoeg aandienen, went Wilmar zich aan om zijn ideaalbeeld dan maar te ensceneren. Zo wint hij een fotowedstrijd met een bijzondere foto van drie nabij gefotografeerde vogels waarbij de jury niet doorheeft dat het opgezette exemplaren betreft.
Als Engelandvaarder reist Wilmar via een lange en gevaarlijke reis naar Engeland. Eenmaal aangekomen zakt de bijziende Wilmar voor alle ogentesten en hij wordt ongeschikt geacht als vliegenier. Hij weet vervolgens een plek te bemachtigen bij een prestigieuze opleiding tot oorlogsfotograaf in New York. Dit verschaft hem een nieuwe levens-missie. De resterende jaren van zijn leven zal Wilmar overal ter wereld de werkelijkheid vastleggen zoals hij die door zijn lens ziet of – als het plaatje hem of een van zijn opdrachtgevers niet bevalt – hoe hij die door zijn lens zou willen zien.
Als oorlogsfotograaf legt hij onder meer – soms met behulp van enscenering – de bloederige strijd tussen onafhankelijkheidsstrijders en Nederlandse militairen in voormalig Nederlands-Indië vast. De voorlichtingsdienst in Nederland wil echter alleen zijn vriendelijke goed-nieuws plaatjes publiceren. Gefrustreerd zwaait Wilmar af. Hij wordt fotojournalist voor Uitgeverij De Spaarnestad. Zijn roem stijgt dan snel door de schoonheid en technische perfectie van zijn beelden waarmee hij een miljoenen-publiek bereikt.
De opkomst van de televisie beperkt Wilmar’s werkgebied. Bovendien wil hij nog steeds het liefst zijn grote passie, de natuur, vastleggen. Hij besluit daarom naar Amerika terug te keren. Daar schrijft hij zich in voor een studie Wildlife Management aan de Universiteit van Wisconsin.
In Amerika leert Wilmar zijn vrouw Mary kennen. Disney ziet in diezelfde periode in hem de ideale cameraman om ‘levensechte’ natuurfilms te realiseren. Wilmar stelt zijn nieuwe opdrachtgever niet teleur. Vanuit afgelegen plekken variërend van de ijzige vlaktes van het Canadese poolgebied tot de ondoordringbare Braziliaanse jungle, legt hij wilde dieren zoals de ijsbeer en de zwarte panter schijnbaar in hun natuurlijke habitat vast. Zijn films raken en ontroeren miljoenen kijkers in bioscopen overal ter wereld. Pas achteraf blijkt uit zijn brieven dat bijvoorbeeld de ogenschijnlijk vrolijk buitelende ijsbeer-welpen met lichte dwang van een sneeuwberg zijn geduwd en dat de zwarte panter-welp met veel moeite zwart geverfd is.
Niet lang voor Mary moet bevallen van hun tweede kind, reist Wilmar voor een foto-opdracht door Peru. Een treinongeval kost hem het leven. Hij is dan pas 34 jaar. Zijn nalatenschap van tienduizenden foto’s, honderden brieven en artikelen en Academy Award winnende films getuigen blijvend van zijn niet aflatende soms mysterieuze behoefte om de wereld te herscheppen naar zijn beeld.